Dams Administratie

Nieuws

Terug

Box 3: van pretbox naar box vol ergernis...

Bron: Verhoeven Ruesink Daniel
Zo’n veertien jaar geleden, in 2001, werd box 3 (de vermogensrendementsheffing over sparen en beleggen) nog ‘pretbox’ genoemd, vanwege het effectieve belastingtarief  van 1,2% (namelijk 30% over een forfaitair rendement van 4%). De tijden zijn veranderd, heden ten dage ligt het rendement op spaartegoeden ver beneden de 4%, terwijl het systeem van box 3 blijft uitgaan van 4% rendement. Het werkelijke rendement is dus niet relevant, het fictieve rendement is het enige dat telt.  Een aantal belastingplichtigen vond dit ronduit oneerlijk en is in bezwaar, beroep en hoger beroep gegaan.

Zij motiveren hun rechtsgang met het argument dat zij van mening zijn dat de vermogensrendementsheffing naar haar aard in strijd is met artikel 1, Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM). Deze belastingplichtigen zijn tot nu toe in het ongelijk gesteld, hetgeen wij (zonder glazen bol overigens) voor 99,99% al zeker wisten. De teneur van de jurisprudentie laat namelijk een hele duidelijke lijn zien in vergelijkbare gevallen. Dit is onlangs nog door de Hoge Raad bevestigd:

“(…) dat het forfaitaire stelsel niet elke grond ontbeert, en dat dit stelsel gelet op de ruime beoordelingsmarge die de fiscale wetgever toekomt, niet strijdig is met het eigendomsrecht. (…) Deze strijd zou wel bestaan als het door de wetgever voor een lange reeks van jaren veronderstelde rendement van vier percent voor particuliere beleggers niet meer haalbaar is en belastingplichtigen, mede gelet op het toepasselijke tarief, zouden worden geconfronteerd met een buitensporig zware last. (…)”  De vraag volgens ons is, of er sprake is van een buitensporig zware last als een belastingplichtige met 1% rendement op een spaartegoed de keuze heeft om dit geld anders te investeren (bijvoorbeeld in aandelen) en daarop een hoger rendement te behalen.

Toch zijn er diverse belastingplichtigen die bezwaar hebben gemaakt tegen box 3 en nog steeds maken. Omdat de Belastingdienst inmiddels meer dan 10.000 bezwaarschriften heeft ontvangen, heeft de Staatssecretaris op 26 juni jl. een Besluit gepubliceerd waaruit het volgende blijkt. Alle bezwaarschriften tegen box 3 die tot nu toe zijn ingediend worden aangemerkt als ‘massaal bezwaar’. Er zal te zijner tijd – zodra een en ander helemaal is uitgekristalliseerd in de rechtspraak – collectief uitspraak op bezwaar worden gedaan.

Verder laat de Staatssecretaris in voornoemd Besluit weten dat alle belastingplichtigen die nog een dergelijk ‘box 3’ bezwaar willen indienen - tegen een op 26 juni 2015 nog niet onherroepelijk vaststaande aanslag - dat niet meer hoeven te doen. Mocht het zo zijn dat de Belastingdienst niet geheel in hoogste nationale instantie in het gelijk wordt gesteld, dan worden ook de aanslagen van de belastingplichtigen die geen bezwaar hebben ingediend, verminderd.

Dus mocht u met de gedachte spelen om te ageren tegen de box 3 heffing, dan hoeft u die tijd niet te besteden aan het schrijven van een bezwaarschrift. Wij wensen u een fijne vakantie toe!

Box 3: van pretbox naar box vol ergernis...